
Na 26 jaar stilte stapt Fatal Fury eindelijk weer de ring in met City of the Wolves – maar is deze comeback een knock-out of een losse flodder? Onze veteraan Danny kruipt achter de sticks, test z’n nostalgie én reflexen, en vertelt je of dit vechtspel je tijd (en duimen) waard is.
Fatal Fury: City of the Wolves voelt als een reünie op de middelbare school: je stapt binnen vol nostalgie, maar ontdekt al snel dat je conditie niet meer die van ‘93 is. Danny – onze doorgewinterde fighting-veteraan – dook er twaalf uur in en kwam tot de pijnlijke conclusie dat dertig-plus jaren vechtgames spelen geen VIP-ticket naar kampioensstatus geeft. Kortom: de game lepelt je geen makkelijke welkomstcocktail op, maar schenkt direct een dubbele espresso aan harde realiteit.
Mechanisch tapt SNK uit hetzelfde mokkakopje als Garou: Mark of the Wolves. Het SPG-systeem (kort je lifebar opofferen voor extra punch) en Just Defense (perfect blokken → instant counter) maken elk potje een soort schaakmatch op speed. Leuk voor tactische types; minder leuk voor de buttonbashende buurjongen die denkt dat hij na drie fireballs klaar is voor EVO. De tutorials zijn verrassend duidelijk, maar wie online gaat, mag in ranked alsnog daar via nederlagen omhoog krabben.
Qua presentatie speelt SNK het slim: cel-shaded comic-stijl, zodat het er strak uitziet zonder dat er een motion-capture-leger aan te pas komt. Het roster mixt oude helden als Terry en Rock met nieuwkomers én een paar bizarre gastfiguren – inclusief Christiano Ronaldo – die vooral dienen als meme-materiaal. Niet ieder personage past even lekker in de verhaallijn.
Eindoordeel? Technisch top, tactisch diep, maar absoluut niet vergevingsgezind. Wie zin heeft in serieuze sparsessies en graag zijn duimen in de knoop legt, vindt hier een feestmaal. Casual spelers krijgen eerder hartkloppingen dan plezier, al kun je offline in alle rust oefenen. XboxNederland-advies: aanrader voor diehards, waarschuwing voor weekend-vechters.